4 Richting Hoi An
Voor 8:30 stappen we de lobby in om uit te checken en onze gids voor vandaag staat al te wachten. Nou ja gids, het is een Vietnamese jongedame, komt bij Anneke geeneens tot de schouders en ze luistert naar meerdere namen, maar wij houden het bij Pat. Pat is van origine een lerares en ze kreeg de kans om in de USA een master education te doen. Haar Engels was toen nog niet toereikend en daarom heeft ook een jaar Engels gedaan. Al met al een goed verstaanbare Vietnamese dus.
De auto rijdt voor de chauffeur helpt de tassen in de achterbak te doen en even later rijden we door de buitenwijken van Hue. Ook de chauffeur spreekt wat Engels, het gaat dus een informatieve dag worden nemen we ons zo voor.
Pat neemt het programma van de dag nog even met ons door, het is niet alleen een verplaatsing, neen, ook aan natuur, cultuur en lokale gebruiken is gedacht. We gaan richting Da Nang, dit is een grote stad, naar inwoners de derde in Vietnam. Da Nang is eigenlijk groot geworden nadat de Japanners en Europese handelsnaties over grotere schepen konden beschikken, daarvoor was Hoi An de grote handelsplaats met onder andere Japan. We spreken dan over de 18e eeuw. De Fransen breiden dat uit en ten tijde van de Amerikaanse oorlog werd Da Nang een grote Amerikaanse basis met alle voor en nadelen die dat met zich meebrengt. Op het vliegveld zijn nog duidelijke sporen te zien.
Wrang genoeg wordt Da Nang nu overgenomen door Chinezen, in plaats van een oorlog huren zij grote stukken grond voor 50 tot 80 jaar en plempen daar wanstaltig grote hotels en flats op. Van iets als een welstandscommissie hebben ze nog nooit gehoord.
Maar we zijn daar nog niet, eerst gaat de reis over de enige snelweg die Vietnam rijk is. Deze 1A, is een soort van levensader die door het land loopt, overal zie je nijverheid, winkels, industrie en ook zo af en toe nog wat landbouw. Het lijkt soms wel een langgerekte lintbebouwing. In het begin zien we poelen, die met wat fantasie als grote kweekvijvers gezien kunnen worden, vragen hiernaar en inderdaad, het is voor kweekvis. De chauffeur kan hier niet stoppen vanwege de drukte op de weg. Naast auto’s, vrachtwagens en bussen ook weer dappere brommertjes. Onder bruggen wordt geschuild, bij regen, maar hebben ook mensen weer een handeltje en wellicht een droog onderkomen.
Op een gegeven moment zeggen we de snelweg gedag en draaien af richting een lagune. Hier worden oesters gekweekt op oude brommerbanden. Oude vrouwen langs de weg openen deze oesters zodat alleen het vlees verkocht kan worden aan de restaurants. De schelpen worden verbrand en zo tot kalk omgevormd. Iets verder zijn kweekvijvers waar garnalen in gekweekt worden, en weer wat verder is men in de modder op zoek naar schelpdieren.
Het verklaart wel waarom dit soort zeefruit hier in Vietnam zo goedkoop is.
We rijden nu een stuk over de oude snelweg, een oude bergweg, door de Fransen verbeterd en verbreed. Deze weg wordt nu minder gebruikt, hij gaat namelijk over een hoge pas. De snelweg zelf heeft sinds enige jaren een tunnel door de berg, gebouwd in samenwerking met Japanners en Koreanen. Het maakt de trip een halfuur korter, maar wij gaan voor het uitzicht.
Dat valt overigens een beetje tegen, nogal wat mist. Maar toch een aardig gezicht, de zee, het strand en de bergen.
Bovenop is het vrij druk, het is blijkbaar ook een favoriete plek om bruidsfoto’s te maken. Op de top staan enkele torens en andere fortificatie. Op weg naar beneden krijgen we al een goed zicht op Da Nang, zoals gezegd een redelijk grote stad.
Hier gaan we een museum bezoeken dat gewijd is aan het Cham-volk. De Cham waren een oud volk dat in een groot deel van Midden-Vietnam woonde. Woonde, want zij zijn vakkundig uit gefaseerd door de Vietnamezen. Net landjepik. Een oorlog en om de vrede te bezegelen een stukje Champa naar Vietnam, dan weer een conflict en weer een stukje, een koninklijk huwelijk en als bruidsschat weer een stukje richting Vietnam, dan een koning zonder opvolger en dus ook het laatste stukje Champa pleite.
Maar ze hebben wel veel achtergelaten in de vorm van beelden, een mengeling tussen hindoe en boeddhisme, dus een Shiva met een boeddha-hoofd. Erg veel informatie, te veel om hier op te tikken, bekijk de foto’s maar.
Na een lunch door naar de Marmerberg, een van de vijf bergen die de vijf taoïstische elementen verbeelden, water, vuur, aarde, metaal en hout. Aan de voet van de berg erg veel steenwerkers, die natuurlijk erg graag zien dat je hun producten koopt en meeneemt richting huis. Daar dit meestal het bagagegewicht op een reguliere vlucht overschrijdt, bieden ze ook aan om het naar je huis te verschepen. Wij doen er maar niet aan mee. De Marmerberg zelf gaan we op via een lift. Op de berg weer de gebruikelijke tempels, de trappen omhoog, en dus ook omlaag hebben een tiental treden dan een vlak stuk, een tiental treden, weer een vlak stuk enzovoorts. De reden hiervan is dat de zuster van een van de koningen non geworden was, daar woonde en de koning zijn zus zo af en toe wilde bezoeken. Nu zal een koning de trappen niet zelf bedwingen zoals wij stervelingen doen. Neen, hij wordt in een draagstoel vervoerd en de vlakke delen geven de drager de kans om af en toe wat bij te komen.
We kunnen ook nog naar een markt, maar daar bedanken we voor, heel Vietnam is eigenlijk al een soort markt. We willen nu wel richting hotel, loop tenslotte al tegen drieën en het zwembad lonkt.
Hotel is meer dan luxe te noemen met tal van extraatjes. Net voordat we het zwembad in willen plonsen horen we muziek uit de tuin komen, even polshoogte nemen. Blijkt er iedere middag een proeverij te zijn met allemaal traditionele hapjes.
Laten we ons niet voorbij gaan natuurlijk. Stukje zwemmen en dan gaat de zon alweer onder.
Het schijnt s'avonds erg mooi te zijn in de oude stad, zo'n 500 meter van het hotel. Dus ook die kant op. Dit is eerst wel even schrikken, heel veel lampionnen, wat niet vreemd is, daar Hoi An daar (ook) bekend om staat, een complete avondmarkt, een rivier vol verlichte bootjes een straten die overlopen van de mensen. We lopen gewoon wat rond, proeven de sfeer en wat bier. Daarna is het wel welletjes en beginnen we de tocht richting hotel. We komen langs een plein waarop wat bamboe platformen staan en het een drukte van jewelste is. Nieuwsgierig als we zijn toch maar even kijken. Er lopen wat mensen rond in traditionele kledij, er staan muziekinstrumenten, er is een soort podium. Het enige wat we niet kunnen rijmen zijn de soort kaasplankjes met tekeningen waar allerlei mensen mee zitten. Op een gegeven moment beginnen een dame en heer te zingen, een soort voorstelling denken wij. Maar op een gegeven moment loopt er ook een dame met een plank met een tekening rond en beginnen andere lieden gele vlaggetjes uit de delen. En dat alleen aan sommige mensen die een kaasplankje hebben.
Het gezang gaat door en wederom loopt de dame met een plank met een andere tekening rond.
We zijn dus op een Vietnamese Bingoavond terecht gekomen. Het gaat zo een keer of vijf en dan moet de bingo vallen. Er worden rode vlaggen uitgedeeld en iedereen die twee gele en een rode vlag heeft kan zijn prijs ophalen.
Na dit geslaagde hoogtepunt gaan we slapen. Morgen verder
Reacties
Reacties
Over de Wolkenpas! Kijk even op what’s app. Vooral voor zons opkomst naar het strand gaan en je verwonderen
Zo leuk om jouw verhaal te lezen. Bij mij komt onze vakantie zo ook terug
Leuk om weer met jullie mee te reizen! Groetjes uit zonnig Heemskerk
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}